Ik werk eigenlijk altijd met; een paard laten zien wat ik wel wil, in plaats van gedrag straffen wat ik niet wil. Je paard kan er namelijk niet zoveel mee als je alleen maar zegt wat je niet wilt.
Dat is echt iets wat Checo mij heel erg heeft geleerd. Toen ik hem net had bouwde hij veel spanning op bij, voor ons normale situaties, zoals deken op doen in de stal of het hek dichtdoen van de bak. Hij ging dan rondjes lopen, drammen of weg rennen. Het heeft dan geen zin om hem te straffen voor dit gedrag. Ten eerste omdat negatieve energie alleen maar dit gevoel van onzekerheid en angst bevestigd en zelfs een extra lading geeft aan de situatie. Ten tweede omdat wanneer je alleen zegt dat je dat niet wilt, je paard nogsteeds niks met de situatie kan.
Waar je paard wel wat aan heeft, is het laten zien wat je wel wilt. Op het moment dat ik met Checo de bak in liep draaide ik hem om, zette hem stil, positioneerde zijn lichaam, dan ging ik het hek dichtdoen en vervolgens nam ik hem mee de bak in.
Het drentelen wat die eerst deed in de tijd dat ik het hek dicht deed kwam puur uit onzekerheid in de situatie. Een voor hem heel belangrijk gevoel op dat moment. Wanneer ik boos word of alleen het gedrag wat ik niet wil corrigeer blijft de situatie hetzelfde; het feit dat hij niet weet wat er verwacht wordt. Daarbij is mijn rol als leider zijn gevoel erkennen en hem handvaten geven hiermee om te gaan. Als ik een extra negatieve lading geef aan zijn gevoel gaat hij mij niet meer vertrouwen als zijn leider, omdat hij zich niet veilig voelt bij mij met zijn gevoelens.
Maar het komt natuurlijk wel voor dat je moet corrigeren. Dan gaat het meestal over bepaalde gedragspatronen doorbreken bijvoorbeeld het rengedrag van Checo aan de hand. Het is hierbij belangrijk dat je je paard corrigeert op een manier dat voor je paard begrijpelijk is, dus dan gaan we kijken naar hoe paarden elkaar corrigeren. We zien dan dat ze elkaar corrigeren op 3 verschillende gebieden: ruimte, richting en snelheid. Dit zijn 3 tools die heel belangrijk zijn in het werken met paarden.
- Ruimte: ruimte om het paard heen (leidend en drijvend gevoelig gebied) en ruimte om het paard heen als individueel.
- Richting: de richting waarin het paard gaat.
- snelheid: snelheid waarin het paard zich beweegt.
Bijvoorbeeld paarden jagen elkaar weg, dan heb je het over ruimte en dan over het ruimte innemen. Het paard die de ander kan wegjagen, dus de ruimte van de ander kan innemen, die staat boven de ander.
Door de richting te bepalen kan een paard ook de leiding overnemen, door bijvoorbeeld een paard die rent om te draaien en dus de richting te bepalen waarin een paard gaat. Snap je het nog? XD
Leiding van elkaar overnemen is de manier van paarden om elkaar ook te kunnen corrigeren.
Met snelheid kan een paard de leiding overnemen, door bijvoorbeeld weg te rennen.
Eigenlijk altijd wanneer een paard een bepaald gedragspatroon laat zien die jij wilt corrigeren, gaat het over één van deze 3 dingen. Je paard rent weg, jaagt je op of loopt door je heen etc.
Je kan dan zelf ook één van deze drie dingen inzetten om je paard te corrigeren. Gaat je paard rennen en neemt hij dus controle over de snelheid, dan kun je hem omdraaien (controle richting) om hem te kunnen corrigeren en dus de leiding terug te nemen. Wanneer je paard door je heen loopt (controle ruimte) kun je hem corrigeren door je ruimte terug te nemen, door hem bijvoorbeeld naar achter te zetten. Wanneer je paard wilt gaan rennen (controle snelheid) kun je hem corrigeren door hem naar achter te plaatsen (controle ruimte).
